Nederlands met Gebaren
Nederlands met gebaren is, op z’n eenvoudigst gezegd, een combinatie van de Nederlandse taal en de Nederlandse Gebarentaal (NGT).
Een echte combinatie van twee talen kan eigenlijk niet : het Nederlands en de NGT zijn talen en elke taal heeft zijn eigen kenmerken, zijn eigen grammatica, zijn eigen lexicon en zijn eigen groep gebruikers. Als er contact is tussen de gebruikers van beide talen, dan ontstaat een mengvorm, een ‘contacttaal’.
In het geval van de talen Nederlands en de Nederlandse Gebarentaal is er een contacttaal ontstaan welke men ‘Nederlands met Gebaren’ (NmG) is gaan noemen.
Nederlands met Gebaren (NmG) heeft geen vaste vorm en geen eigen grammatica regels. Dit lijkt vrij simpel maar dat is het niet. De twee talen, Nederlands en NGT zijn nogal verschillend : wat betreft modaliteit, gebruikers, grammatica en status. Het Nederlands is een taal die auditief wordt waargenomen. Dit heeft gevolgen voor de grammaticale principes van deze taal. Gesproken talen zijn vooral sequentieel : woorden worden achter elkaar uitgesproken en waargenomen. Gebarentalen zijn visuele talen waarbij grammaticale aspecten gebaseerd zijn op visuele principes. Gebarentalen zijn simultaan : de talige informatie kan gelijktijdig (middels gebaren, mimiek en lichaamshouding) worden overgebracht.
De combinatie van Nederlands en NGT kan dan ook op verschillende manieren gebeuren. In grote lijnen kan er gezegd worden dat er sprake is van drie vormen van NmG : van dicht tegen het Nederlands, tot dicht tegen NGT en een vorm daartussenin. Wanneer je welke vorm gebruikt is afhankelijk van je gesprekspartner, van de situatie en het doel.
Voor mensen die slechthorend of doof geworden zijn nadat zij hun moedertaal (Nederlands) al geleerd hadden, is NmG een zeer prettige manier van communiceren. Er hoeft immers geen nieuwe taal geleerd te worden, men volgt de grammatica van het (gesproken) Nederlands en ondersteunt deze met gebaren.
© Nederlands Gebarencentrum